Misty Roads to Dreamland

0
710

Ons idyllische leven werd al enkele dagen verstoord door het rare gedrag van Compie. Hij deed dingen die we helemaal niet van hem vroegen. Zijn geheugen liet hem dikwijls in de steek en zijn bewegingen waren tergend traag. Hij lag bij momenten zelfs te ijlen.

Ik legde mijn hand op zijn hoofdje en hij voelde warm aan. Ik voelde ook een hoogfrequente trilling. Dit was niet normaal. Gisteren ging het nog slechter en begon hij te hijgen, te snakken naar lucht, hoesten en proesten. Een spelletje “Warcraft” of “MotorGrandPrix” samen met mij, zag hij helemaal niet meer zitten en dat is een ernstig signaal dat er iets loos is.
Ons Rosse had schrik om Compie te verliezen. Dag en nacht zat ze erbij. Zelfs het gedrag van Jef en Jos, onze schildpadden en Sloeber onze kater was anders, ook zij hielden van Compie, ondanks ze hem toch een rare snuiter vonden. Tja, Compie houdt van zijn Mp3’s en laat die nogal hard klinken door zijn surroundboxkes die hij onlangs nog gekregen heeft voor zijn verjaardag.

Er hing een onheilspellende mist boven huize Mephisto en zwarte raven zaten steeds op ons dak te kraaien, alsof ze ons kwamen waarschuwen voor iets. Frodo, de buurman was er ook niet gerust in en liet zijn kippen, ezels en paard binnen staan. Doods, vochtig en kil was het hier.
Bon, met het gedacht, iemand moet het doen, iemand moet hier terug voor leven zorgen, iemand moet Compie genezen, iemand moet de mist doen verdwijnen, waren we dus op zoek naar een held. En aangezien ze hier dit kleine gehuchtje, waar ik woon, maar één held hebben, leek het mij dan ook evident, dat ik deze zware taak, deze strijd op leven en dood zou aanvaarden. De droevige blikken van ons Rosse, Jef, Jos, Sloeber, buurman Frodo en zijn boerderijdieren lieten mijn hartje bloeden.

Het plan was, om ons gehuchtje te verlaten via de zuidelijke kant, helaas de gevaarlijkste zijde. Via de Cotthem-kamroute, over berg en door dal, door slijkwegen, moerasgebieden, door de duivelspassage (modderpoelen die al vele motards hebben opgeslokt), langs de druïdenweg (waar menig motards, wandelaars zomaar spoorloos verdwenen), zo richting grote stad, op zoek naar een medicijn voor Compie.
Ik had geen tijd te veliezen en trok ritueelsgewijs mijn “warrior-pak” aan. Mijn Ténéré stond nog vuil te wezen van een vorige heldendaad, maar liet strijdvaardig zijn koplamp branden. Nuclear power engine op “on”, minideeltjes versneller “check”, ignition “on” en starten. De ééncilinder kwam tuffend tot leven en ik vertrok, deze keer niet zoals altijd richting Afghanistan (om dan in Derremonne te stoppen), maar richting mist, een onheilspellende witte duisternis.

Ik reed door wind en regen, door mist en modder, ik zag, kwam, gaf gas en overwon. Ik vocht met trollen, met aliens, tractors, ridders te paard, fazanten, aardse krachten die mij in alle richtingen trokken ….
Ik werd bijna verleid door schitterende naakte bosnymfen die mij maar bleven roepen, om mijn zaad te offeren aan Bachus, de god van sex en vertier. Ik ben deze keer van de wilde champions kunnen afblijven, bijna verkracht geweest door een gefrustreerde tuinkabouter, door een mega spinnenweb gereden van een spin met duidelijke katholieke neigingen….

Met mijn blote vuisten heb ik mijn handschoenen aangetrokken en heldhaftig de gas, rem en koppeling bediend alsof mijn leven er van afhing. Ik liet een spoor van bloed en olie achter. Voorzichtig heb ik door “het land van Motorcycle Boy” gereden, uit schrik de geest van deze legendarische motorheld tegen te komen. Men zegt dat zijn schim daar rond zweeft op een ouwe R80GS en als men hem eenmaal heeft aanschouwd, zou men voor eeuwig muug zijn. Af en toe heb ik ook eens een fotooke getrokken.
Na een gevecht van enkele uurkes kwam ik uiteindelijk aan, in de grote stad, in het land der dromen, waar ik het medicijn voor compie zou vinden.

Helaas had de medicijnman geen middel meer ter beschikking, waardoor mijn heldendaad voor niks is geweest. Verslagen keerde ik weer naar “het land van Cotthem” ergens tussen de Molenbeek en de Cotthembeek, naar het huisje langs de rand van de Cotthem-kamroute, waar Compie nog steeds lag te vechten tegen zijn ziekte. Tot mijn grote verbazing scheen de zon en waren de kraaien al weg gevlogen, maar dat was zo het enige lichtpuntje.

Zoals je kan lezen is het leven van een held niet altijd rozegeur.
Zelfs het lot kan een held niet veranderen.

Ik heb mijn strijd gestreden voor vandaag. Deze held gaat straks zijn tuinklompen aandoen en Hortensias stekken met wit poeder.
Morgen als ik richting Afghanistan bol, passeer ik in Derremonne een computerwinkel, ik zal daar dan maar een anti-virus programma kopen zeker. Panda of Kaspersky ?? Of kent er iemand een betrouwbare gratis download?

Yours,

Mephisto