Zuid-West Engeland, een verborgen parel

0
883

Oekraïnse Antilopen

Muug vertelt:

Me redelijk hopeloos afvragend waarom ik meer sleutel- dan rij-uren heb, en meer moto’s dan vrouwen, en mezelf ook al een tijd fundamentele existentiële vragen stellende over het nut en het waarom van deze motorhobby, begon ik langzaam door te hebben dat het uiterst dringend tijd was geworden om nog eens te gaan controleren of ik wel nog die hendels en pedaaltjes wist te bedienen op dusdanige wijze dat er van een zekere vorm van motorrijden gesproken kon worden.

Wetende dat er veel te ver van hier ook nog zo iemand zat te zitten, werkend en peuterend en sleutelend tijdens allerlei amechtige pogingen om in het zweet des aanschijns zijn met baksteengruis belegde droge boterham te verdienen, pleegde ik aldus een ouderwets telefoontje om eens te horen of die persoon een handvol dagen kon vrij maken, zo ongeveer van 5 t/m 9 september 2019.

Hij kon.
En ik ook.
En zo geschiedde.
Het reisje naar Zuid-West UK kon beginnen.

Blackbert vertelt:

Eigenlijk paste het niet echt goed. Eerder op het jaar al een 3 weekse WYOA laten voorbijgaan, en een tiendaagse in de Alpen, mij intussen ook afvragende waarom ik feitelijk nog de staat en verzekering sponsorde via die moto … Dus: no excuses, ja zeggen en ne keer kijken hoe we het goedkoopst in ZWUK geraken, voor heel de UK wegdrijft naar Atlantis.

Met DFDS via Dunkerque. Ge moet minder ver door Frankrijk rijden, ge moogt langer op de ferry zitten en ge komt maar 3 zwarte medemensen tegen, wandelend op de snelweg. Al tig keren overgestoken naar WUK en zelfs UK, maar dit was de eerste keer dat ik mijn helm moest afzetten voor mijnheer de douanier.

Muug vertelt:

Woensdagavond dus stond er aan mijn deur, omstreeks 21u, een lang mager geval dat juist zijn moto geparkeerd had. Ook zo’n hoog mager geval.

Den Bert had er toen al anderhalf uur boeiend autosnelwegrijden op zitten. Nog maar anderhalf uur te gaan, vanaf mijn deur, tot Duinkerken, alwaar we voor de verandering eens de ferry gingen nemen. Dàt was lang geleden!

Blackberts redenen om de ferry te nemen:
– een half uur minder lang rijden op de autostrade
– boot is goedkoper dan chunnel
– meer relax op de boot zitten, met ruimte voor hapje en drankje, en met wat geluk vaar je een zeilbootje over!
Ah, wat maakt het ook uit. De overtocht ging vanzelf, toch wel handig zo’n motorboot!

Oja, de ene douanier is duidelijk de andere niet. Waar de eerste dolenthousiast was over onze KTM’s – hij had zelf nog met KTM dirtbikes gereden – was de andere de saaiheid zelf: we moesten onze helm afzetten (ik heb een systeemhelm!) om onze kop goed te kunnen vergelijken met onze lelijke pasfoto.

Verder stonden we ook met wat andere motorfietsen aan te schuiven. Een Duits stel dat met oude BMW’s reed, maar het grootste deel van hun kapitaal duidelijk in een mooi modern Rukka-pak hadden gestoken.
En een krankjorum Hollands stel waarvan de mannelijke helft de grenzen van het technisch toelaatbare heeft afgetast….

Image
Image
Image
Image
Image

Een duidelijker bewijs dat we trouwens op de goede boot zitten: Waar anders maken ze zo’n taarten?

Image

De overtocht verloopt zoals gezegd heel voorspoedig. En eigenlijk was het tempo van die boot een mooi voorbeeld van het tempootje voor de komende vijf dagen: rustig an, altijd maar rijden, één pauze per dagdeel, eten wanneer de maag grolt en niet wanneer de doorsnee burger eet.

Na de overtocht neem ik het voortouw, en dat zal zo de hele tijd blijven, om de simpele reden dat ik de TomTom Rider 550 op mijn stuur gemonteerd heb. Daarin zat één route die Blackbert al eens eerder gereden had – van Folkestone naar Wilcot – met enkele forumleden, dan nog een route van het Britse AdventureBikeRiderforum doorheen Dartmoor. Er waren nog enkele andere routes, maar die hebben we maar zo gelaten of we zouden pas vandaag thuis gekomen zijn…

Doordat ik ook een eenvoudige Sena heb (SMH5) kon de TT mij mooi op tijd zeggen waar en wanneer ik moest afslaan, en dat zorgde voor een zeer vloeiende manier van rijden, met weinig aarzelingen, geen gedoe met kaarten, geen één-oog-op-de-gps-en-één-op-de-weg-scenario’s… Dus Blackbert schikte zich gemakkelijk in de rol van volger. Ook wel handig, zo’n voorrijder, om in te schatten wat voor bocht erop je afkomt, ik spreek uit ervaring.

In eerste instantie schieten we ons de snelweg op, maar nadat we die in Ashford verlaten begint de leute al heel gauw. In eerste instantie wordt er nog voor een vrij vlotte A-weg gekozen, maar plots stuurt de TT ons de kleine wegjes in. Ergens rond de middag besluiten we in Hawkhurst op ‘t kruispunt in het “Café” (parking achteraan) een mega breakfast te nuttigen. Na de koffie met muffin op de boot waren we toch lichtjes hongerig!

Na dit late ontbijt, vervolgen we onze weg, onder een toekijkend zonnetje.

Ik moet mij nu verexcuseren, maar veel meer kan er over het rijden an sich niet meer gezegd worden. De TT blijkt de perfecte begeleider, hij – eigenlijk is het “zij” want ik heb een vrouwenstem gekozen – verwittigt mooi op tijd en regelmatig waar ik naar toe moet, en op de vele miljoenen rotondes die het Britse rijk rijk is, zegt die zeer accuraat welke afrit ik moet hebben en op het scherm kan je ook zonder enige latency meevolgen waar je exact op die rotonde bent. Voorwaar heel handig, want de Britten zijn wereldkampioen in multirotondes met drie of meer vakken!

Rond 19u is er een gesprek over kamperen of logeren. Er is een camping in de buurt maar er is veel kans dat er niks te bikken valt. Dus wordt beslist om naar de streek door te rijden waar Wilcot is, daar is het bosrijk en ik zie op de Archie-app dat er daar een tiental campings zijn.

Iets na zonsondergang – iets na achten dus – komen we in een klein gehucht toe: Upavon. De temperatuur blijkt met het wegvallen van de zon behoorlijk sterk gedaald te zijn en zonder aarzelen stop ik aan The Antelope Inn. Aan Blackbert zie ik dat hij ook van dezelfde mening was. Prijs voor een “double” met ontbijt is 90£, een bedrag waarmee we kunnen leven. Wilcot was te ver voor vandaag.

Deze Inn zelf zouden we niet meer aandoen. Beetje te duur voor het geboden ontbijt/avondeten. Bed en badkamer waren wel ok, de gelagkamer zag er wat versleten uit. Soit. De kou moet ons van onze zinnen beroofd hebben, want de volgende avonden pakken we het slimmer en meer budgetbewust aan. De Inn wordt open gehouden door een Oekraïnse madam. Raar Engels spreken die Oekraïnezen. De moto’s parkeren we achteraan, lekker uit het zicht. Niet geheel afgesloten van de weg, maar goed genoeg weg gestoken. Na een pint en vegetarische pizza met als extra topping ham (lekker!) duiken we in ons bed. Blackbert blijft aan zijn kant, ik aan de mijne, en we slapen vurrukkulluk !

Gorgelende Gargoyles

Het ontbijt was gepland om 8u30 (aja, ne mens moet iets zeggen als ze daar om vragen) maar ‘k peis dat we rond 7u al wakker waren. Tijd genoeg dus om ons klaar te maken tegen dat het spek gebakken was. English breakfast nr. 2 gaat achter de kiezen!
In de loop van de vorige avond was het ons beginnen dagen dat ons eerste plan nogal wat te ambitieus was. Van Dover naar Winchester naar Portishead naar Lands’End en over Exeter terug naar Dover. Op vijf dagen. Tegen een gemiddelde snelheid van hoogstens 50km/u was dat niet haalbaar zonder veel koersen en stress. Dus het parcours werd hier en daar wat bijgeschaafd.
We vertelden de TT dat ‘m ons zonder omwegen naar Minehead moest mikken. En voorwaar, de TT kweet zich prachtig van zijn taak

Op het scherm zag de route er rechtdoor uit, maar bij inzoomen bleek het een haast oneindige aaneenschakeling van links-rechts-links-rechts(x1000) te zijn. Quasi alle hoofdwegen werden door de TT gewoon doormidden gekruist, slechts af en toe werd er een paar honderd meter hoofdweg gevolgd, om dan plots ergens een zijwegske in te slaan dat meteen omhoog of omlaag dook, geflankeerd door ofwel metershoge hagen, ofwel door wanden van rots. We reden het ene moment door dichte bossen, om het andere moment plots temidden van een superschoon dorp uit te komen dat recht uit “De Hobbit” kwam, met allemaal huizen en huisjes die een Jommekes kwaffuur hadden, en zelfs de voordeuren hadden een portaal met ne froufrou!

Image

We passeerden Manors, cottages en ander gebouwte dat duidelijk gezet was toen Engeland nog het grootst aantal koloniën had. “Hier woont eenen rijcken mensch”, kon je er zo bij denken. Een kwartier later kon het dan gebeuren dat we door een typisch oud arbeidersstadje dodderden, met links en rechts een rij van wel veertig dezelfde kleine, lage huisjes met weinig venstertjes en kamertjes, waar enkel het gevelnummer verschilde en de nummerplaat van de kleine stadswagentjes ervoor. “Dwars door stad en dal”, is duidelijk het devies van de TT. Hij trok het zich niet aan of het nu een bos of een stad was, de meest kronkelige weg zou het zijn. Maar met een snelle en accurate gps als deze zou je voor je plezier wel dwars door Parijs willen rijden, zo strak loodste die ons overal doorheen.

Na zo anderhalf uur gerold te hebben was onze ontbijtkoffie afgezakt tot in onze blaas en werd het tijd om terug bij te tanken. In ik weet niet meer welk gehucht stopten we aan een Inn waar wat voertuigen geparkeerd stonden. Edoch de inn was gesloten. Dan maar wat op de bankjes gezeten, ik een luchtje scheppen en Blackbert wat rook. Een krom gebogen vrouwtje kwam daar plots van achter een deurtje tevoorschijn getokkeld en toen ze hoorde dat we maar een koffie wilden was ze zo vriendelijk om haar Inn voor ons open te stellen. Dom dom dom maar ik heb dus geen foto’s van het interieur. De Inn was heel erg gezellig, en Blackbert moest goed opletten dat ‘m zijn blinkende knikker niet ontvelde tegen de ruwe, zwarte, laaghangende en doorgebogen plafondbalken. Deze Inn was er duidelijk al ten tijde van de bokkerijders! De uitbaters hadden wel zin in een praatje, en zo vernamen we dat Minehead – ons mikpunt van dat moment – wel degelijk een goede keuze was, want vanaf dat stadje liep een prachtige bochtige en snelle weg langs de kustkliffen.

Na de koffie, na een plasje, en na enkele pas geverfde deuren te hebben ontweken, vertrokken we weer, krinkelend en kronkelend, onder een licht miezertje.

Blackbert vertelt:

Na een full english, oekrainse stijl, wijle weg. We hebben Stonehenge al geskipt en ook Avebury en Devizes laten we liggen voor een volgende keer. Al die geschiedenis in deze regio ligt er al een paar eeuwen, dus ‘t zal niet weglopen.

Langs de noordrand van de Plains naar het Westen. ‘s Ochtends is dat aangenamer, de zon zit niet in uw ogen. Een korte stop om het landschap even in te ademen, waarna we toch even dit wit paard om de hoek zien gluren.

De coole pub waar Muug geen foto van heeft is de Sexeys Arms Inn in Blackford. Na kilometers hagen en geen idee waar je juist bent duikt dan plots een gehucht/dorp op. In tegenstelling tot onze contreien hebben die allemaal een pub. We zien licht branden binnen, maar de deur is vast. Terwijl we buiten zitten keuvelen duikt de landlandy op, de man bij haar neemt afscheid en wandelt de 2 honden naar zijn auto. Zij vraagt of we wat willen drinken en doet open. Het leven kan simpel zijn.

Bezuiden Glastonbury door de countryside. Veel akkers en weiden, ‘estates’ met honderden meters muur, dorpjes en daartussen verstopt pareltjes van oude woningen met dure auto’s voor de deur. Mooi, maar aangezien ik eigenlijk gewoon de Polle moet volgen, heeft mijn ene hersenhelft tijd om rond te dwalen. Dan vraag ik mij bijvoorbeeld af hoe de wereld er nu uit zou zien als al die land owners een beetje van hun welvaart zouden gedeeld hebben met het volk. Zouden die dan ook massaal de boot genomen hebben naar Amerika, op zoek naar een beter leven maar vaak van de regen in de drup. Er is niet veel veranderd in de laatste 200 jaar.

Anyway, de Quantock Hils zijn mooi, en na een paar wegjes zo smal dat Paul met beide armen gestrekt de twee hagen raakt staan we in Monksilver. Die Notley Arms Inn is zo goed gedaan. Stevig verbouwd, ingericht zoals ik mij interieur ook wel wil. Ziet er posh uit, maar er komt wel Pink Floyd uit de luidsprekers. De baas kent zijn streek duidelijk goed. Wanneer we wegrijden passeren we het optrekje waar volgens hem Francis Drake nog woonde.

Muug vertelt:

Wel ja, die Plain was ik al rats vergeten.

Maar inderdaad, het is daar ook een merkwaardige regio, met onder andere Stone- en andere henges, en enkele platte paarden die al een paar eeuwen oud zijn. Gelijk de Westbury White Horse, een reusachtig groot paard dat gemaakt werd door eenvoudigweg het gras en het grondlaagje bovenop de witte kalkgrond weg te nemen. Maar er zijn daar nog meerdere van die paarden te vinden.

Image

Muug vertelt:

Enige tijd later, iets voorbij de Quantock Hills, vielen we dan min of meer letterlijk het dorpje Monksilver binnen. We hadden net weer de meest prachtige binnenweggetjes mogen ontdekken en de betoverende, verlammende kracht van het E.B. nr.2 begon uit te werken. Tijd dus om wat te bikken!

Image

Na wat gesukkel om de zware KTM’s geparkeerd te krijgen op de schuine tot heel schuine parking waren we eindelijk klaar om binnen te gaan. En yes ! het was een super gezellige Inn. Deze keer eentje met een wat rijkere, luxueuzere aankleding.

Image
Image

De menukaart was vrij summier, maar je voelde dat elk gerecht om de vingers bij af te likken zou zijn. Toch zijn we er in geslaagd om onze hebzucht te beperken tot een “gewone” zeer lekkere sandwich. Tegen dat we daar mee klaar waren, kwam de zaakvoerder binnen gewandeld. Een erg sympathieke kerel die heel veel woorden op overschot had.

Hij was duidelijk erg trots op zijn zaak. En ook op hetgeen hij in zijn tuin had, en over de regio, en over het dorp, en over Exmoor, en, en, en! Nu, het was ook de moeite. Achter in zijn tuin stond een 12de eeuw kerkje, met zo van die “gargoyles” ofte waterspuwers.

Image

Eén van de mooi gedetailleerde waterspuwers had zijn mond wagenwijd open en een andere figuur was bezig aan de tanden! De eigenaar vertelde dat er in de mond van deze waterspuwer zelfs vullingen in de tanden te zien waren. Het was één van de eerste bewijzen (of zoiets) van tandartspraktijken zo vroeg in de middeleeuwen.

Image

De man wist ook te vertellen dat Exmoor en omgeving in diezelfde Middeleeuwen een beschermde status genoot van de koningen, omdat er daar een speciaal soort eiken groeit dat zeer recht omhoog groeit, wat ideaal is voor de scheepsbouw. En jawel, vlak achter de Inn stond er heel onopvallend tussen andere bomen zo’n mooi, kaarsrecht exemplaar. Nog een ander verhaal van deze man was dat Monksilver ook één of ander verband had met Francis Drake, maar het was me ontgaan welk. Kortom, we waren per ongeluk terecht gekomen in één van de schoonste dorpjes van Somerset!

Maar het meest ferme was nog dat hij dacht dat we hier in ‘t dorp waren voor een offroad training in het Honda Adventure Centrum. Ehm, nou neen eigenlijk! We wisten dat dat bestond, maar niet dat het hier vlakbij de deur was! Twee uur later ongeveer vertrokken we met een voldaan gevoel, de aanwijzingen volgend van onze gastheer. Dwars door Exmoor raadde hij ons aan! Maar we geraakten niet weg voor hij een foto van ons had getrokken.

Image

Dwars door Exmoor ging een pak sneller dan we dachten, en eigenlijk stonden we al redelijk rap in Tavistock, het beginpunt van onze exploratie doorheen Dartmoor, morgen. Eén van onze ooghoeken had onderweg wel deze Inn zien voorbij flitsen (foto van internet):

Image

Een Inn met best wel veel geschiedenis blijkbaar… want het ding is gekend als “the most unusual inn in Britain

Omstreeks 18u stonden we dus al in Tavistock, een klein, leuk Brits stadje waar we dus een overnachting dienden te vinden. En deze keer maakten we handig gebruik van de moderne technologiën. We knipten de locatie en de 4G van onze smartphone aan en bezochten booking.com. Die toonde ons alle logementen in de buurt, met hun prijskaartje erboven. Wie was het goedkoopste? Bingo! Tavistock had een bunkhouse! Allen daarheen!

Image

Het bunkhouse was een bijgebouwtje achter de pub, zodat de gasten geen last hadden van de ambiance in de pub. Er waren twee kamers van 8, en één van vier. Er was niemand anders. I-de-aal gewoon. Vanzelfsprekend namen we de kamervanvier. Prijs voor een bed zonder linnen was 20£, ontbijt was 5£. Alles was heel mooi gerenoveerd en onderhouden. De douches werkten met een jeton, maar het duurde lekker lang eer die uitviel. Dik in orde! Nadat de moto’s gestald en geketend waren, wij gedoucht en in burgerkleding, werd het tijd om iets te eten. Dat werd in mijn geval een fabuleus lekkere “meat” pizza die superlekker gekruid was. Als extra topping koos ik deze keer voor ananas, om de smaak van de chorizo wat te breken.

Ondertussen was er een bandje van overjaarse pubers (40 somethings dus) aan het soundchecken. Wel, veel slechter klinken kon het inderdaad niet… tegen 21u begonnen die mannen eraan: een mix van punk en strakke rock en roll. Bij tijd en wijle klonk het goed, maar meestal was het toch wel wat vals. Ook de muzikanten deden heel hard hun best en waren duidelijk enthousiast, maar soms is enthousiasme alleen niet genoeg om ook goed en strak te klinken…

Image

Om het eten wat te verteren, en de oren wat te laten rusten, maakten we wat later een wandelingetje doorheen het ondertussen uitgestorven dorp. En toen was het weer tijd om te gaan maffen! Tot morgen!

Binnen bij Subaru

Na een verkwikkende nachtrust schuiven we in de pub aan voor ons English Breakfast nr.3. Verdomd lekker spul en je kan er gemakkelijk een viertal uur mee overbruggen. Zelfs vijf uur lukt wel. We betalen de rekening en gaan de hort op. Het koelvloeistofpeil van mijn KTM blijft heel mooi stabiel dus we kunnen nu eindelijk erop vertrouwen dat ik die reparatie goed uitgevoerd heb.
Vandaag staat deze route op het schema. Het moet gezegd, alles wat ze er van zeggen is waar. Dit. is. een. route. die. je. gedaan. moet. hebben. Als je tot ginder geraakt.

Image

Voor alle duidelijkheid: wij hebben die route in omgekeerde zin gedaan, vanaf Tavistock. Routes omkeren is met de TomTom echt maar één klik. Vlak buiten Tavistock slaan we meteen rechtsaf en we schieten meteen de hoogte in. Na nauwelijks enkele kilometers arriveren we al op een prachtig viewpoint waar we de nauwelijks warme motoren al meteen uitzetten en afstappen. Enkele honden trekken vol enthousiasme het ene sprintje na het andere, blij dat ze eindelijk eens de poten kunnen strekken. We ademen een paar keer de nog lekker frisse lucht in, constateren dat het een zeer mooie warme dag zal worden en zetten weer aan.

In Princetown stoppen we even om wat drinkwater in te slaan. Twee halve litertjes vinden altijd wel ergens een plaatsje. De dame van het kleine kruidenierszaakje is een toffe enthousiaste madam die duidelijk blij en tevree is met haar winkeltje en de bezoekers. Fijn! Wat verder staat Blackbert te staren naar een wat vreemde vitrine, waarin aangespoord wordt om opleidingen te volgen tot “polar explorer”. https://www.ice-warrior.com/

We besluiten dat het om een Britse Dixie Dansercoer gaat, die hier zijn hoofdkwartier heeft. Na een paar slokken water keren we de motorfietsen fluks en in één draai om, en vervolgen de route, we passeren Postbridge en volgen gedwee de Tomtom die ons met de regelmaat van de klok doorheen de smalste weggetjes loodst. Omdat deze ook daadwerkelijk gebruikt worden door de lokale bewoners moet je hier erg goed opletten. Bij het naderen van bochten rijden we dus steevast aan de verkeerde kant van de weg zodat de tegenliggers ons zo snel mogelijk in de smiezen krijgen. Een paar keer blijkt dat zeer nuttig te zijn. Af en toe is er ook een opstopping omdat het lokale vee over het asfalt wandelt. Of staat. Te staren. Blik op oneindig. Met lekker wollige oortjes en een zacht vachtje. Afin.

Als we min of meer in de buurt van Haytor komen, moeten we op zo’n ultrasmal weggetje loeihard in de remmen voor een Hollands Fiat Pandaatje dat achteruit aan het rijden is, met een tegenligger die voorwaarts gaat. Blackbert en ik kunnen echter niet achteruit, want dat gaat bergop! We zien maar één oplossing. Terwijl de twee geduldige chauffeurs wachten, stap ik af en ik leg de KTM tegen de haag, waar ie bijna geheel in op gaat. Toch is er nog een probleem: het is nog steeds te smal, want de linker zijkoffer steekt nog uit! Goed, dan halen we die even van het rek en gaan dan zelf in de haag staan. Pas dan is er plaats genoeg voor de twee wagens om te passeren, op 10cm van onze moto’s. We halen de moto’s uit de haag, steken er de koffer weer op, en rijden grijnzend verder. Even later komen we aan een leuke parking bomvol wagens, en ook de weide ernaast staat vol met wel 100 wagens. Hier is duidelijk iets aan de gang! We halen onze koffie bij de food truck en gaan even de weide op.

Image

We zien een classic trial bike passeren en er staat een infostandje. Er blijkt inderdaad een trialwedstrijd aan de gang, georganiseerd door de South West Classic Trails Association!

De man achter de stand blijkt zeer regelmatig af te zakken naar de regio van Luik, waar blijkbaar ook regelmatig dergelijke events georganiseerd worden. Hij geeft ons een foldertje. We vragen hem waar het event doorgaat, want we horen niks??? Dat blijkt een paar honderd meter verder te zijn, beneden in de vallei, en hij wijst in een richting waar we het landschap inderdaad naar beneden zien duiken. De toppen van sommige bomen zijn nog net te zien. Nou nou nou. Of we eens willen gaan kijken? Blackbert en ik bekijken elkaar een tiende seconde en komen tot dezelfde conclusie: toch maar niet. Te ver. We gaan ons niet in het zweet stappen. We zijn hier om te rijden. Dus we wuiven vriendelijk “gedag” en hoppen op de moto en voort maar weer.

Wat later duiken we plots Moretonhampstead binnen en meteen duikt er rechts van ons een grote garage op waar wat merkwaardige voertuigen buiten staan.

Image

We gaan in de remmen. Zullen we? We zullen. KTMs gaan aan de kant. We tellen 2x 7€ neer en geven onze helm en tanktas in bewaring aan de oude uitbater. We stappen verder en zien een erg mooie mengeling van moto’s, auto’s en andere memorabilia.
En de camera van de smartphone begint te klikken….

Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image
Image

Messerschmitt K200:

Image
Image

Het verhaal van dit voertuig:

Image
Image
Image
Image

En wat vinden we hier!

Image
Image
Image

Kleine verzameling… 3 grote kasten vol…

Image

En voor de dames onder ons:

Image

Daarmee was het plots zo ongeveer 3pm en E.B. nr.3 begon zijn uitwerking te verliezen. Tijd om iets te eten! De oude baas van het museum had ons doorverwezen naar een goeie pub, maar bij navraag bleek de madam pas vanaf 17u eten aan te bieden. Dat was wel te laat voor ons. Gelukkig was er verderop nog een ander etablissement: een heus authentiek theehuisje!

Image

Met écht porselein servies!

Image

Blackbert – een echte keiharde jongen – was er echt door gecharmeerd.

Image

We trachtten ons koffie met gestrekte pink te drinken, maar ‘t ging ons toch niet goed af. Afin, we lieten ons niet in de war brengen, nuttigden een eenvoudige sandwich en haastten ons terug de motor op. Het was tijd om onze neuzen huiswaarts te keren!

De TT mocht weer zijn ding doen – zelfs Blackbert was danig onder de indruk van de mogelijkheden – en we rolden doorheen het Britse landschap. Van Moretonhampstead naar Exeter was het echt fun rijden. De uren vlogen voorbij en omstreeks 19u was het weer tijd om bij booking.com te kijken naar de spreiding en beschikbaarheid van de ons omringende logementen. The Pall Tavern in Yeovil stond met 65£ het gunstigst geprijsd en na een kwartiertje stonden we aan de deur. “Dat is dan 55£”, zei de drukbezette jongedame achter de toog. Geen probleem….

De zon was ondertussen onder gegaan, en op de parking tegenover de Inn waren we in het donker aan het klooien om de sloten rond de wielen te krijgen. Allroads zijn gegeerde doelwitten in Engeland…. Plots stopte er een buitenaardsblauwe Subaru met twee jonge kerels naast ons. “Of we geen zin hadden om onze moto vannacht in zijn garage te zetten?” Ehm, natuurlijk, welzeker, dat was heel fijn! Het was maar 200m verder, dus waarom niet? We raapten alle sloten bij elkaar, startten de moto’s en reden hem achterna. De “garage” bleek letterlijk en niets minder dan een “garage” te zijn van een garagist. Mét vitrine. Mét okkazies. De jonge kerel was de patron en hij had zijn vitrine al opengezet voor ons. We moesten gewoon binnenrijden en de moto’s op de tapis plein zetten.

Image

Na een pasta en een biertje doken we alweer onze nest in. Wàt een dàg!!!! En morgen zondag weer eentje om de vingers bij af te likken.

In slaap geraken in The Pall Tavern bleek net iets minder gemakkelijk te gaan dan verwacht, doordat ie vlak boven de tavern/pub zelf lag. Maar met goede muziek in de oren in slaap vallen is minder erg dan met slechte muziek. De dag nadien wekte onze aaifoon ons om 9u. Een geluk dat ik dat spel ingesteld had. We maakten ons gereed, en gingen naar de uitgang om de moto’s op te halen.

Toen we om 10u aan garage NRJ arriveerden bleek een werknemer reeds aanwezig te zijn. Hij was natuurlijk verbaasd om die twee moto’s te zien staan, en tegelijk ook niet. Zijn baas was zot van moto’s (getuige de nieuwste Versys, in de goede kleur gelukkig) en had duidelijk het hart op de juiste plaats. Blijkbaar zat zijn verstand ook op de juiste plaats, want de uitbater was dus maar 26 jaar, nog maar een goed jaar bezig en toch had hij al zo’n mooie garage bomvol meer en minder recente okkazies, een heuse vape shop binnenin, een food truck buiten en in totaal 15 man personeel! En een snooker tafel.

Een kerel kortom die van aanpakken wist en een zeer goed gevoel voor zaken had. We zeiden het achteraf nog tegen elkaar: ofwel heeft ie binnen vijf jaar een burnout ofwel is hij binnen pakweg tien jaar miljonair… Tijd om te eten. We smeten onze bagage over de rug van onze 196 paarden en reden rustig het centrum in, op zoek naar een eetbaar. Dat vinden we in Pizza Pasta Mondo. Mijne heren en dames, we kunnen u dit ten zeerste aanraden!!!
Zittend en wachtend zagen we een gestage stroom mensen in vrijetijdskledij rustigan in dezelfde richting stappen. Wat zou er aan de hand zijn? Even het dienstertje de vraag gesteld, en het antwoord bleek supersimpel te zijn: op zondag waren de winkels open, en de mensen gingen dus gewoon rustig winkelen. Ah, was dat bij ons ook maar zo!

Sammy’s schoon gerief

Na E.B. 4 gingen we weer de hort op, geleid door de onfeilbaar, altijd zekere, supersnelle TT. Op een gegeven moment doken we via een alweer prachtige holle weg een prachtig, wonderschoon dorpje in, net of het uit een filmset kwam, Tollard Royal was de naam.
Een eind erbuiten hielden we halt aan de entree van Rushmore Park:

Image

We hadden meteen in de gaten dat dit iets “serieus” was. Al was het maar om te zien hoe het gras er gekamd bij lag.
Dit bordje versterkte ons gedacht nog, dat was vast en zeker zo’n dure private school!

Image

Hier de site van die mannen. Kijkt er efkes naar, en wordt niet duizelig van de rijkdom ! Hun tarieven staan ook online trouwens.

En neen, ge kunt al die gebouwen niet zien vanaf de straat….

Zo rijdend en rollend rolden we een tijd later haast ongemerkt The New Forest binnen. Een mooi en groot gebied waar ze voor een keer geen hagen gezet hebben. Niks van omheining eigenlijk, omdat heel the New Forest omgeven is door cattle grids. Dus eens erbinnen moet ge verdomd goed opletten want achter of in elke bocht kan een kudde paarden of koeien staan! Op één bushalte stond er zo’n kudde van wel 15 paardjes de boel vol te kakken.

Volgens een vriendin is paardenkak véél minder vies dan hondenkak, maar als ge zo een paar vierkante meter bij elkaar ziet, juist waar de mensen de bus opstappen of verlaten, wel, dat ziet er toch wel vies uit. En plots, ziedaar, een bordje “National Museum, New Milton, lang hier”. Oh yeah.

Onze verstandhoudende blikken kruisten elkaar weer en hop, niet veel later stonden we voor één van de meest beroemde motormusea ter wereld: het Sammy Miller motorcycle museum. Na een drankje op de binnenkoer, waar de sfeer tamelijk grondig verpest werd door panfluitmuziek waagden we de sprong en wandelden het museum binnen. Eerste indruk: alles zag er letterlijk gelekt uit. Elk schroefje van elke moto blonk alsof het er vers was ingedraaid. Alle hendels en knopjes werkten, nergens een lekkende schokbreker. Wel veel bakjes onder de motorblokken, met veel of nog veel meer oliedruppels erin. Maar ‘t was wel propere goudkleurige olie!

Er stonden veel, erg veel prachtige bolides. Het leuke was om aan elke moto de spitsvondige technieken en oplossingen te vinden die men toentertijd bedacht had. Want stel u voor, ge zit ergens – eind 1800! – in Engeland verscholen in een schuurtje en probeert een manier te vinden om die stomme aandrijfriem onder het rijden strak te houden. Of ge wilt die kleppen deftig kunnen bedienen. Of ge wilt dat voorwiel deftig afgeveerd krijgen. En nog duizend andere dingen die beter moeten. Ge zit te zagen en te lassen, te proberen en te testen tot ge iets vindt dat werkt en betrouwbaar is. Maar 20-30km verder zat er zo nog iemand die vanalles aan ‘t proberen was. En 50km verder ook, en nog wat verder ook en zo heel ‘t land door!!! En al die gasten hebben nauwelijks weet van elkaar Want de wegen in die tijd zijn een ramp, elektriek en telefoon zijn zo goed als onbestaand, snelle communicatiemiddelen bestaan eenvoudigweg niet. Strak asfalt eigenlijk ook niet. Dus ge zit daar met honderden bij elkaar gespreid over het hele UK – elk voor zich – te zoeken naar oplossingen voor problemen die alleman tegelijk voor heeft. Vandaar dat er zoveel prachtige merken ontstaan zijn, met megaveel oplossingen voor dezelfde problemen. En dat maakt dit museum zo krachtig, ge kunt echt de diverse technieken uit dezelfde periodes met elkaar vergelijken. Knap!

Aan de ingang worden we meteen om de oren geslagen met deze knapperd:

Image
Image
Image

En dit, mijne heren en dames, is een met een hamertje in vorm geklopte benzinetank. R E S P E C T !

Image
Image

Iets dat ik nog nooit van me leven gezien heb: een vijf-cylinder in stervorm, zoals bij propellorvliegtuigen!

Image
Image

De andere zijde ervan, getrokken in de grote spiegel erachter:

Image

Ook dit was bloedmooi. Het chassis, de achterbrug, de voorvork, alles was opgetrokken uit aluminium en vakkundig aan elkaar gelast. Dat was uniek in die tijd!!! Om het nog zotter te maken waren alle lasnaden geschuurd en gepolierd alsof ze gechromeerd waren. Alweer R E S P E C T !

Image

Waar de één met een hamertje een tank maakte van een plat stuk aluminium, ging een ander totaal anders te werk.

Image
Image

Let ook vooral op de pràchtige houten knop van de versnellingspook !

Een supersnelle Excelsior:

Image

De aerodynamische helm die erbij hoort:

Image

De foto van een recordpoging:

Image

Een andere mensch gebruikte dan plaatstaal ipv buizen:

Image

Een Honda Pacific Coast avant la lettre!

Image
Image

Nu dit was een raar gemaakt beest. Eerst de uitleg:

Image

Het gaat dus over die haakse tandwieloverbrenging die ge onder ‘t rijden kunt verdraaien met die opwaartse pook:

Image

En dat groot rond onderdeel hier links op de foto had daar veel mee te maken:

Image

Een overzicht van de moto:

Image

Ik laat u raden, probeer het zelf eens uit te vlooien waar dat allemaal voor diende.

Ondertussen passeren we weer en totaal ander ding, iets waar Honda ooit zijn DN-01 op geïnspireerd heeft. Denk ik. Ik kreeg het zelfs niet eens deftig op de smartphone…

Image

Dit dus:

Image

Zicht op het voorwiel met spatbord en stuursysteem:

Image

Stuur, voorspatbord, treeplanken…

Image

Ander zicht van het monstrueuze voorspatbord:

Image
Image

Wat technische uitleg:

Image

Ondertussen zijn we al ferm “suf” gekeken. Hier moet ge eigenlijk elke week langskomen, en max vijf of tien moto’s in detail bekijken. Anders ontstaat er een brain meltdown….
Onze Sammy – wiens naam we minstens 300 keer vermeld zien staan – heeft tamelijk wat prijzen gewonnen.

Image

Hier dan nog een prutsmoteurke van niks, niet veel groter dan een volwassen hand.

Image

Met carburateurskes zo dun als ne vinger.

Image

Hier wat meer uitleg over dit mini-moteurke !

Nog een überschoon moteurke, gemonteerd op een damesmotorfiets! Jawel, ook daarvan hadden ze een afdeling!

Image

Maar zo stilaan kwam er rook uit onze oren, van de warmte en vermoeidheid… Eén van de laatste dingen die we zagen was deze tweewiel aangedreven enduromoto. De foto toont de voorwielaandrijving:

Image

Niet te onderschatten, want die ketting moest op spanning blijven terwijl het voorwiel veerde!
Dus een ketting naar boven, dan nog een naar boven, dan één naar achter, dan naar onder naar de uitgaande as van de versnellingsbak. Hier het bordje erbij:

Image

Dan dit: prachtig gewoon :

Image

Ge zit dus echt op uw knieën !

Image
Image
Image

Lichtjes tureluut van al die moto’s, de warmte, de panfluitmuziek strompelen we na een paar uur duizelig naar buiten, op zoek naar frisse lucht. Mensen toch wat een museum! Echt, één keer in de vijf jaar zou je hier toch eens moeten komen, om telkens maar één afdeling te doen, maar dan grondig!

Nadien is het nog een hele worsteling om buiten het Nieuw Forest te geraken, want de vele honderden dagjesmensen zijn van hetzelfde gedacht! Maar de beesten hier, die hebben de status van de heilige koeien in India! Dus onstaan er files van vele kilometers gewoon omdat er ergens dwars op de weg wat vierpoters te staan dazen, met zo’n paddo-blik in de ogen…

Over South Hampton kunnen we kort zijn: de TT sneed erdoorheen gelijk een mes door hete boter. Pief poef paf en ‘t lag achter ons. Niet te schatten dat spel. Het was dan héél snel weer 19u, en na een korte internetsessie vielen we binnen in The Flying Bull Inn, in Rake. Onze slimme foon had gezegd dat er nog één kamer met double vrij was, voor 59£. Allen daarheen! En een geluk dat de foon slim was, want onze lieve, prachtige, enthousiaste, charmante plezante Darling Nikky vertelde me eerst dat er geen kamers meer vrij waren. Tot ik haar er op wees dat Booking.com er een ander gedacht over had. Aja, en dan bleek ze nog twéé kamers over te hebben: die double voor 59£ en nog een familiekamer voor 69£. Ge moet niet raden welke Blackbert de tofste vond:

Image

Dus we kleden ons om, wandelen rustig naar beneden, en vragen of er nog iets te eten is. Een kouwe douche volgde. Neen, dus. Maar een paar mijl verder wel hoor. We keken naar elkaars kleren en hadden zo iets van “Nee hoor, wij kruipen niet weer in die mototenue”. Maar daar toonde Nikky zich weer van haar warme kant, en we mochten bij een takeway Indiër wat food bestellen, terwijl zij zorgde voor borden en bestek. De porties waren vaneigens belachelijk groot, maar hoewel ze veel goesting had, zag ze er toch vanaf om mee te komen eten.

Image

En zo kwam deze zalige zondag vol onverwachte avonturen en ontmoetingen toch ook weer aan zijn eind.

Feilloos naar de ferry

Maandag hadden we om 3pm een afspraak met een ferry in Dover. Dus zoveel speelmogelijkheden waren er niet echt.
Na E.B. 5 rap op de moto gesprongen en TT-gewijs binnendoor richting Hastings, waar ik Blackbert toch eens wou laten zien welke ouwe boten ze laten rondslingeren op het strand in de haven. De rit naar ginder verloop in eerste instantie voorspoedig, maar op een tiental km van onze bestemming voelde ik dat er iets slappekes was aan de voorkant. Rap aan de kant gegaan. Voorband lek.

Een zeer dunne loodrechte houten doorn van twee cm lang had zich los door de banden geboord. Ik had een spuitbus mee om lekke binnenbanden te herstellen, maar ofwel was de bus veel te oud, ofwel had ik ze te weinig geschud. Het spul lijmde alleszins niet en na wat kms stonden we stil op de oprit van een landbouwer. Blackbert toverde daar een 21″-voorband uit zijn kuip, terwijl ik het erf opwandelde om wat gereedschap en een compressor op te sporen.
De twee aanwezige lieden waren 30 somethings, en het was duidelijk dat ze niet echt goed wisten hoe ze hun dagen moesten gevuld krijgen. Veel gereedschap hadden ze ook niet: twee rotversleten schroevendraaiers en wat koevoeten. Dat bleek gelukkig genoeg te zijn om de buitenband eraf te wippen, en ook om hem weer goed op de velg te krijgen na het wisselen van de binnenband. We mochten een uur laten onze handen wassen in de werkplaats. Wel, de aanblik van de werkplaats was de moeite. Het was gelijk of er een spijkerbom ontploft was, maar dan gevuld met…, tja, met wat eigenlijk…. stukken en stukskes van onderdelen en brokken van dinges, en vodden en smeermiddelen en verf en,… en,…en,… ik dierf er niet te neig naar kijken uit schrik dat mijn mond open zou blijven staan…
We keerden ons fluks op de binnenkoer en reden Hastings-waarts. Daar hadden we welgeteld een vijftal minuten op overschot, want het was nog een dik uur naar Dover. Dus rap wat foto’s getrokken en het laatste uur in Engeland hebben we efkes een paar van onze braafste duivels ontbonden om voorbij al die trage gedisciplineerde chauffeurs te geraken. Dan op de M20 nog een ferm eind aan 140km gereden. Rapper ging niet echt want dan begon de koppeling van mijn KTM door te slippen!!!

We waren schoon op tijd aan de boot, zeilden vlotjes binnen, en installeerden ons vooraan, met zicht op zee. En toen kwam er een varkentje met een lange snuit, en ‘t verhaaltje was uit!

Blackbert vertelt (nu komt in een notedop zijn versie van het verhaal, met zijn foto’s):

Voor uw en mijn gemak, het geheugen is niet meer wat het was, een overzichtje. bijlange niet accuraat qua route, maar ‘t geeft een gedacht. Omdat we zo zijn, gereden tegen de klok in.
Image
We waren weer eens ambitieus vertrokken, maar de vorige ambitieuze rit indachtig (BIKE8, in een grote 8 heel het UK aandoen) zijn we daar wijselijk vanaf gestapt. dus hebben we de hele kustlijn van Minehead naar Land’s End niet gedaan. Geen prentjes van brute kliffen, van Tintagel Castle (Arthur), geen weet ik wat nog voor schoons.

Wel ruwweg een plan gevolgd: Exmoor, Dartmoor en New Forest moeten erin. Maandagmiddag om 15u15 terug in Dover. Voor de rest de TomTom zijn wonderlijke werk laten doen. Soms was dat een snelle bochtige tweevaksbaan, vaak echter een smal kronkelend wegske tussen een stel hagen. Fijn, rustig cruisen, kopke leegmaken.

De Polle mocht voorrijden, hij had de Tom². Soms was ik hem effe kwijt, maar dan stond hij daar ineens weer.

Zo’n baantjes dus:
Image
Of nog smaller. Af en toe met een tegenligger. Soms ook iets breder. met bvb een camion die de melk ophaalt. Die bij de eerste mogelijkheid efkes opzij gaat staan om ons door te laten. Da’s Engeland.

Je zou daar om de 5 minuten kunnen stoppen voor een foto. Van het landschap, van de huizen. Soms doe ik dat toch. Denk enkele kleine details weg en je kan evengoed 400 jaar terug in de tijd geslingerd zijn.
Image

Dit was ergens onder Glastonbury denk ik. Dreigend maar toch droog.
Image
Ziet er op de kaart niet veel zaaks uit. Dat is het ook niet, voor een motorrijder die ronde banden wil. 20 jaar geleden zou ik het waarschijnlijk ook maar niks gevonden hebben. Maar je kan daar net snel genoeg rijden om de KTM blij te houden en intussen heb je tijd om de omgeving in je op te nemen.
Image

Na tig kilometers tussen 2 hagen begint het raar te doen in uw hoofd. je bent je oriëntatie volledig kwijt en begint ook een beetje te zwijmelen wegens geen referentiepunten*. Tijd om effe te stoppen dus.

Image

Intussen zijn we Tavistock weer uit en Dartmoor ingereden.

Naast Princetown ligt Dartmoor Prison. Indertijd gebouwd om de kerels op te sluiten die niet echt wilden gaan sterven voor queen & country. In Princetown kunde water kopen, of hier eens binnenstappen en zien of je uit het goede hout gesneden bent om een carriereswitch te maken.

Image

We kriskrassen nog wat door het park eer we er aan de westzijde weer uitrijden. Of toch bijna.

Image
Image

Paul blending in with the locals

Image

Die uiteindelijk toch liever thuis blijven

Image

Na die koeien duikt het wat omlaag in een valleitje, daarna uiteraard weer omhoog met wat bochtjes. terwijl we over the hill gaan verschijnt dit:
Image
Eerste indruk: die wolken worden daar boven de toren zachtjes opgezogen.
Aan die toren is niks speciaals te zien nochtans.
Image
Wat we nog niet konden zien was het Moretonhampstead Motor Museum. Toch maar eens binnenlopen om de collectie van die retired petrolhead te bekijken…

Een 4barrel Triumph, om ‘s zondags snel om croissantjes te rijden, liefst zo ver mogelijk weg waarschijnlijk.
Image
Een zeldzame factory mini pickup, om met uw schamele bezittingen te verhuizen omdat ge altijd te lang weg bleef, ‘s zondags in de ochtend.
Image

Sommige zijn echt te koop, zoals deze MG Cabrio
Image
Image
Image
Image
Ik ken iemand die ‘m zeker voor haar verjaardag wil krijgen. :dontknow:

Na al dat fraais was het ontbijt ook wel opgebruikt, tijd voor de afternoon tea. In ons geval mocht dat wel iets stevigers zijn dan de rainbow cake. Wij dus een entrée gemaakt in een echt theehuis, met posh porselein en al. We hebben niks stukgemaakt.
Image

Ergens tussen daar en Yeovil stoppen om de logementsapp te raadplegen. Het werd dus een Tavern met kamers in Yeovill. Alleen parkeergelegenheid op de openbare parking aan de overkant. Wij staan daar in het donker te knutselen met sloten en kettingen, wanneer er zoiets die parking komt opgebroebeld, maar wel mooier gedaan.

Image

In eerste instantie staan de voelsprieten uit, maar het is echt een vriendelijke kerel die ons zomaar laat parkeren in de toonzaal van zijn zaak, om de hoek.
26, een dik jaar geleden gestart ‘from scratch’ en nu een handel in tweedehandswagens, werkplaats met dynobank, MOT-service. Een foodtruck (nu ja) op de parking, vapeshop, pooltafel en salonnetje binnen. 15 man personeel. Respect, ook al rijdt hij met een oranje Versys 1000.

Het avondmaal wordt genuttigd bij een fijne Italiaan, ASK Italian. Blijkt een keten te zijn met tientallen restaurants in the UK, maar dat merk je absoluut niet aan de kwaliteit van wat je krijgt, inclusief een ‘prego’ van die frisse serveerster.

Om in de sfeer te blijven volgt een vierde full english bij een andere italiaan. Waarna we de stad uitrijden via dit erg verrassende wegje.
Image

Zondag dus. Rustig door de countryside naar the New Forest, waar paarden op de bus wachten, koeien liggen herkauwen op een grassige vluchtheuvel en we het Sammy Miller Motor Museum bezoeken. In 1 keer. Overload. Je moet daar, zoals Paul al zei, in stukjes de evolutie van de motorfiets(techniek) ontdekken. Anyway, net voor we buitengezet worden vertrekken we zelf. Richting Darling Nicky. Die de Flying Bull openhoudt in Rake. De voordeur staat in West Sussex, de toog in Hampshire. Nicky is een zeer vrolijke dame. Wanneer we naar eten informeren blijkt de kok niet te werken op zondag. Maar we krijgen het menu en de huistelefoon om te bestellen bij de lokale Indiër, zij zorgt voor bord, vork en mes. Intussen staan de moto’s geduldig te keuvelen op de parking.

Image

Ergens eerder had Muug al geopperd even langs Hastings te passeren, waar het kiezelstrand vol vissersboten ligt. Owkeey.

Maar onderweg gaat ie langs de kant, wiebel in het voorwiel. Eerst de boosdoener zoeken: een stevige doorn. Dan een bus schuim en een capsulleke perslucht spuiten, nu rijden, op ‘t gemak, zodat dat schuim kan werken. Noppes. Maar we staan wel stil op de oprit van een boerderij.

Image

Ik haal mijn spare tube tevoorschijn terwijl Paul vraagt achter een compressor en tire irons. Dat eerste is geen probleem, het tweede wordt benaderd door een koevoet en 2 overwerkte schroevendraaiers. Ik word ineens gebombardeerd tot ‘tire-master’. En ben blij dat de binnenband niet gepitst wordt wanneer de buitenste er weer opgelepeld wordt. ‘t Zal misschien toch waar zijn.

Polle aan de pomp.

Image

Bijgevolg is ‘t op een drafje in Hastings, ik wil zeker de boot niet missen.

Image
Image

We trekken een spurtje naar Dover, waar de customs nog een beetje lastig doen. ‘security check’.
‘Heb je 1 van de die dingen hier bij?’, wijzend op een plastieken A4 met prentjes van allerhande wapentuig.
‘Ja, nee’, wijzend naar een lege bagageplaat, ‘allemaal verkocht’ (allez, in mijn hoofd toch, grapjas).
‘Maak eens open’ wijzend op een koffer bij Paul en een tas bij mij.’Really?’ Yep. Ok.
‘Kan je die binnentas uithalen en hier neerzetten?’ Waarop hij een krachtig NO kreeg. Ineens was openen voldoende, eens vluchtig kijken en we konden door.

Hopelijk kom ik daar nog eens en heb ik tijd zat. Dan mag hij letterlijk alles deftig controleren of ik vertrek niet. Doe het goed of doe het niet, ga niet halfslachtig mensen lastigvallen. Maar het belooft in alle geval voor na 31 oktober.

Anyways, we halen de boot, we kunnen Frankrijk al zien. De slechtste fish&chips van de week later zijn we er al. Twee en een half uur later ben ik thuis. Helemaal volgens planning.

Merci Muug, ‘t deed deugd.

Image